Protocol

Thoracotomie
Protocol pre en post operatieve zorg

De dag van opnamen

  • Opnemen.
  • Inlichten
    - tijd OK (operatiekamer)
    - nuchter / nuchter na licht ontbijt.
    - na OK naar de uitslaapkamer
    - eventuele “slangen” en waarvoor ze dienen
  • Voorbereiden
    - thoraxdrain(s) en waterslot
    - epiduraal catheter
    - blaascatheter
    - infuus
    - zuurstof
    - maagslang
    - mogelijkheid nabeademing
  • Fysio therapie: informatie technieken voor ophoesten, ademhaling en spieroefeningen en de post-operatieve begeleiding.
  • Anesthesioloog: kennismaking en afspreken van eventuele avond- en pre medicatie.
  • Patientenbetrekkingen. Zij komt tijdens het bezoekuur en houd tijdens en na OK contact met familie, regelt een gesprek met arts en familie na de OK.
  • Diëtiste in consult vragen. Zij bezoekt de patient postoperatief om te kijken he de voedingstoestand is en vervolgd de patient zonodig langer, klinisch of polo-klinisch.
  • Lijst pre operatief buro doornemen (als deze er is).
  • Scheren: de te opereren borstkasthelft (voor en achterkant en oksel).
  • Laxeren: heeft de patient iedere dag ontlasting, dan niet laxeren. Heeft de patient vandaag nog geen ontlasting gehad, dan 1 ditolax supp. geven. Heeft de patient last van obstipatie een clisma geven.
  • Start met 2 maal daags met Bactroban neuscreme gedurende 5 dagen.
  • Om 12:00uur 1 amp. fraxiparine 0,3cc geven (op de dag van OK niet meer in verband met het inbrengen van de epiduraal; postoperatief moet de fraxiparine wel gecontinueerd word).

De dag van OK

  • Patiënt is nuchter na 24uur of na een licht ontbijt.
  • De afgesproken pre-medicatie moet op het juiste tijdstip worden gegeven.
  • De patient klaarleggen voor OK
  • Wanneer de patient naar de OK gaat
    - 1 amp. Augmentin 1200 miligram meegeven. De dosering is 3 dd 1200mg. Gedurende 48uur tenzij de arts anders beslist.
    - status mee naar de OK.
    - patientenbetrekkingen waarschuwen.

De dag van terugkomst op de afdeling

  • Controles uitvoeren volgens epiduraal protocol.
  • Controle thoraxdrain(s).
  • Controle infuus, zuurstof, catheter a demeure.
  • Wond drain insteekplaatsen opnieuw droog verbinden.
  • De patient mag vloerbare voeding krijgen.
  • Vochtbalans bijhouden.
  • Patiënt mag uit bed op de stoel.
  • Wonden opnieuw verbinden om blaarvorming te voorkomen.
  • Op dagplanning aangeven wanneer de bacteriefilter van de epiduraal vervangen moet worden.

De tweede dag na OK

  • Controles blijven volgens het protocol epiduraal bijgehouden tot de epiduraal verwijderd is.
  • Zo ook de controle op thoraxdrain(s), infuus, zuurstof en catheter a demeure.
  • Lekt de thoraxwond niet meer, dan verband verwijderen en geen nieuwe opbrengen. Insteek plaatsen drain(s) alleen zonodig opnieuw droog verbinden.
  • De patient mag vloeibare voeding.
  • De patient mag uit bed.
  • De augmentin mag, mits de arts anders afspreekt, gestopt worden na de gift.

Let op! Protocol kan per ziekenhuis verschillen, fouten onder voorbehoud!

Geef een reactie