Ik zal hieronder eens proberen te vertellen wat er bij mijn vriendin, Cynthia, is gebeurt.
Cynthia is een vrouw van 35 jaar en moeder van 2 kinderen van 13 en 9 jaar oud. Jouw verhaal over het “niet als vol worden gezien” en “dat het tussen de oren zit”, komt ons bekent voor.
Cynthia zit op 1 mei rond de klok van 17:15 in de woonkamer op de bank. Omdat het eten opstaat wil zij dit gaan bekijken en gaat vanuit de zittende stand naar een staande pose. Ik bevind me in de keuken en kijk meteen de woonkamer in en zie het gezicht van Cynthia verkleuren naar een grijze teint. Ook haar expressie laat iets zien dat er iets niet goed gaat. Ik zeg nog boos tegen haar: ga dan even zitten als het niet gaat! (Dat was erg dom om te zeggen, maar het was er al uit voordat ik het wist) Tevens zie ik aan haar pupillen dat er iets mis is, omdat de normaal redelijk grote pupillen in 1 keer naar de grote van een speldenknop zijn veranderd.
Als ik dan verder vraag wat er is geeft ze aan pijn op de borst te hebben en het idee dat ze weg gaat vallen. De schrik zit er dan dus goed in. Haar ademhaling is door de angst toegenomen en ik voel aan haar voorhoofd en in haar nek. Haar huid is klam en dat kan wel eens op hartproblemen duiden. 112 toets ik in en een vriendelijke mevrouw vraagt mij welke dienst ik nodig heb. Verder blijft zij aan de lijn en geeft aan dat de ambulance onderweg is. Door allerlei vragen te stellen probeert zij een diagnose te stellen wat weer belangrijk kan zijn voor het ambulancepersoneel. Binnen 12 minuten is de ambulance ter plaatste en Cynthia wordt aan de monitor gelegd. Tevens volgt er een infuus en diverse onderzoeken. Saturatie van 96% en het hartfilmpje laat in eerste instantie geen vreemde ritmes zien. Ondertussen is iedereen wel op de hoogte van de lagere bloeddruk die Cynthia normaliter heeft. Omdat er toch iets is wat niet te verklaren is gaat ze mee naar het Medisch Centrum Alkmaar: de spoedeisende hart- en longafdeling (217). Eenmaal hier beland volgen er wederom allerlei onderzoeken en er worden 5 buisjes bloed afgenomen en een CT-scan gemaakt. Uit de bloeduitslagen komen geen verontrustende waarden naar boven en de CT-scan geeft geen uitsluitsel van een klaplong wordt gezegd. Op de eerder genoemde hartfilm van het ambulancepersoneel blijkt in het ziekenhuis toch een kleine afwijking op te merken. Hier wordt alleen niets mee gedaan.
Cynthia wordt die dag weer ontslagen uit het ziekenhuis en ik neem haar mee naar huis. De volgende dag gaat het weer helemaal mis en weer dezelfde symptomen. Weer grijze kleur, pijnscheuten op de borst en nu ook tussen haar schouderbladen. Teven doet haar maag zeer en ook het middenrif. Hoesten doet zij al 2 maanden, maar iets ophoesten is er eigenlijk niet bij. 112 weer ingeseind en er is weer een ambulance onderweg. Eenmaal aangekomen merkt de verpleegkundige op dat er een verminderd ademgeruis aanwezig is aan de rechterkant. Hij neemt aan dat het, na ons eerder gemelde verhaal, om een klaplong gaat. Dit wordt inderdaad, eenmaal aangekomen in het ziekenhuis, bevestigd door een tweede en betere blik op de eerder genomen CT-scan. Een longarts viel de relatief kleine klaplong wel op. Er wordt meteen een behandelplan opgesteld. De lucht in de ruimte waar normaal de long moet zitten wordt met behulp van een naaldje geaspireerd omdat het geen grote klaplong zou zijn. Na toediening van fentanyl is de longarts het gebied gaan uitzetten waar de naald geplaatst dient te worden. Cynthia is door de toediening van fentanyl ergens op een andere planeet beland! . Eenmaal geplaatst is men steeds 50cc gaan afnemen. In totaal is er 620cc afgenomen.
Your ads will be inserted here by
Easy AdSense Lite.
Please go to the plugin admin page to paste your ad code.
Kleine klaplong??? Mmmmm….. tja wat zullen wij er als leek van zeggen. Een dag later mag Cynthia weer naar huis, maar het voelt niet goed. En dat blijkt ook wel, want een aantal dagen later gaat het weer niet goed. Die dag moest zij toch al voor controle naar de huisarts dus zijn wij er meteen heen gegaan. Eenmaal daar aangekomen, heb ik aangegeven dat het niet goed gaat en of Cynthia even ergens mag gaan liggen. In een behandelkamer mag zijn gaan liggen en de huisarts komt eens polshoogte nemen. Hij gaat haar bloeddruk opnemen en ook haar hartslag. Bloeddruk is redelijk laag en pols is te hoog (128 bps). Hij besluit haar een pufje Nitrospray onder de tong te geven om haar wat rustiger te krijgen, maar dit werkt uiteindelijk averechts. Cynthia wordt klammer en haar pupillen doen weer vreemd. Deze worden heel erg klein en volgen traag. Ook haar hartslag neemt toe van 128 naar boven de 140bpm. De huisarts besluit haar af te voeren naar het ziekenhuis wat erg dichtbij is en laat een ambulance komen. De strippenkaart begint zo langzamerhand vol te raken. In het Medisch Centrum Alkmaar gaat zij weer naar afdeling 217. ons wel bekent en daar gaat zij de bekende molen in qua onderzoeken. Er wordt niets zorgwekkends gevonden en Cynthia mag weer mee naar huis.
De volgende dag, vrijdags, gaat het ‘s-morgens weer niet goed en 112 zit inmiddels onder de sneltoetsen, dus die is zo gebeld. Een motorambulance is snel ter plaatste en de monitor is rap aangesloten. Ook deze medische man krijgt het verhaal te horen en hij neemt het zekere voor het onzekere en belt onze huisarts. Hij zal moeten bepalen of Cynthia weer naar het ziekenhuis vervoert moet worden. Deze stemt in en de ambulance komt vrij snel. In het ziekenhuis worden weer allerlei onderzoeken gedaan, maar omdat het weekend voor de deur staat houden ze Cynthia, gelukkig, daar ter observatie. In het ziekenhuis ziet ook het verplegend personeel dat Cynthia haar pupillen af en toe erg klein worden en schakelen een neuroloog in. Deze komt zaterdagavond langs en een aantal uren later volgt de 2e neuroloog ter bevestiging. Beide stellen vast dat er op neurologisch gebied niets mis is. Ondertussen valt het allemaal niet mee om met deze onwetendheid te leren leven. Ook het steeds onderzoeken en niets kunnen uitsluiten geeft geen rustig gevoel. Nu zijn we verschillende keren ziekenhuis in en uit geweest en ook diverse malen bij de huisartsenpost te Alkmaar geweest, maar tot op heden is er geen echte diagnose gesteld die alle symptomen kunnen verklaren.
25 mei zou onze trouwdag moeten worden, maar deze hebben wij moeten afzeggen omdat Cynthia met gezondheidsproblemen kampt. Zaterdag 26 mei gaat het weer niet lekker met Cynthia. Ze klaagt over maagproblemen en een blijvend gevoel van moeten braken, maar het niet kunnen. Ook last van de slokdarm en een afknijpend gevoel op haar strottenhoofd doen ons besluiten weer contact op te nemen met de huisartsenpost te Alkmaar. Dienstdoende arts luistert aandachtig en schrijft Omeprazol 40mg voor om de maag rustiger te krijgen door het zuur af te remmen. Zondagmiddag begint het enigszins te werken en dat doet Cynthia weer iets opbloeien. Maandagochtend begint slecht: Cynthia geeft aan dat ze het benauwd heeft en dat is aan haar ademhaling wel te zien. Ze ademt namelijk niet met haar buik, maar met haar borst en zeer snel. Het heeft wat weg van hyperventilatie, maar dat laten we wel weer uitzoeken. De huisartsenpost weer gebeld en ze mag weer langskomen. De behandelend arts stelt een diagnose en wil voor de zekerheid toch een CT-scan laten maken in het Medisch Centrum Alkmaar.
Met een verwijsbrief in de hand rijden we naar het ziekenhuis waar wij al worden verwacht op de spoedeisende hart- en longafdeling (217). Daar mag ze weer plaatsnemen in een nog niet eerder door haar bezet bed en dan mogen we weer afwachten. Als eerste gaan we naar afdeling 231: röntgen om een CT-scan te laten maken. Terug op de afdeling worden en wederom buisjes bloed afgenomen welke ter onderzoek naar het laboratorium gestuurd worden. Na wat uurtjes wachten komen de uitslagen binnen en die wijzen er op dat er weer niets aan de hand is met Cynthia. Erg vreemd, omdat ik toch echt dingen meemaak die anderen niet zullen (hopelijk) meemaken! Er moet toch iets zijn wat deze symptomen doet veroorzaken lijkt mij.
Dinsdag 29 mei hebben wij om 10:30 een afspraak bij de huisarts om het een en ander te bespreken, maar of wij daar iets mee gaan opschieten? Ik zou zelf een second-opinion willen in Amsterdam, maar misschien wil de huisarts hier niet aan meewerken. We zullen het zien.
Wordt vervolgd zeggen wij dan maar voor nu.